De weg heen, is de weg terug
Een fietstocht door het verleden en het heden
Een fietstocht door Frankrijk 3300km - 29 etappes
De Col du Tourmalet, het dal westelijk richting Lourdes
De start van een fietsvakantie, is het begin van een andere manier van leven.
De wereld wordt beperkt tot je lichaam, de fiets, de omgeving en het weer.
Je beleeft de reis in het heden; s' avonds, als je afstapt, begint de dag van morgen.
Je zoekt voortdurend naar de juiste weg; het eindpunt is het enige dat vast staat.
--------------------------------------
Dag 1. Nuth – Houffalize 113km
Het is 30 juni 2007. Bepakt en gezakt rijd ik het stoepje af; nog even wuiven naar vrouw & kind en dan de wijde wereld in.
Op deze fietstocht maak ik gebruik van beschreven routes van " http://europafietsers.nl/ " Deze boekjes zijn: "Langs oude wegen" I en II, de "Katharen-Baskenroute" en "De groene weg naar de Middellandse zee" II en I. Een voordeel hiervan is, dat je vooraf veel informatie hebt over de streek waar je door rijdt. Zo maar wat in de rondte rijden, kost ook energie, en brengt je niet altijd op interessante plekken. Naast het fietsen, bekijk ik op deze vakantie historische monumenten en plaatsen. Zo ontstaat een beeld van de geschiedenis van het land en haar bewoners. Die geschiedenis is, als die van alle landen, een verhaal over macht, geweld en geld: politiek dus! Op de heenweg ga ik via centraal Frankrijk naar de Pyreneeën en dan naar de Middellandse Zee; de terugweg gaat via het Rhônedal. Mijn keerpunt en hoogtepunt is de Col du Tourmalet. Tegen de meeste mensen vertel ik, dat ik naar Lourdes fiets; dat ligt aan de voet van deze klim. Feitelijk ligt mijn bedevaartsplaats wat dichter bij de hemel. Het eerste deel van de tocht, gaat langs “oude wegen”.
Deze oude wegen werden al gebruikt door middeleeuwse reizigers: de pelgrims. Het valt op, dat er in de steden en dorpen nog steeds talloze verwijzingen zijn, naar de pelgrimsgekte uit die tijd. De Sint Jacobschelp, het symbool van de pelgrims naar Santiago de Compostela, is terug te vinden in stadswapens, op gebouwen en in straatnamen. Op het hoogtepunt van de pelgrimage, in de elfde en twaalfde eeuw, waren er dagelijks tienduizenden gelovigen op pelgrimstocht. Ze waren maanden of jarenlang onderweg, meestal te voet, over slechte wegen, geteisterd door oorlogen, honger en ziekten. Het was ook een behoorlijk economisch probleem, want ze hadden, op enkele rijken na, geen inkomen. Kloosters en kerken boden de mensen onderdak en eten. Het belangrijkste doel van de kerk, die de pelgrimage naar Santiago de Compostela bevorderde, was het onder christelijke invloed houden van het noorden van Spanje en Portugal en het verslaan van de Moren. De pelgrimage naar Jeruzalem en de problemen hiermee, leidde tot het organiseren van de kruistochten. Enkele van die kruistochten vonden zelfs plaats in Zuid-Frankrijk: de strijd tegen de Katharen.
Na een winderige, natte en frisse eerste dag door de Ardennen, sta ik met mijn tentje op een camping bij Houffalize.
----------------------------
Dag 2. Houffalize-Montmedy 108km.
De volgende dag blijft het weer hetzelfde: tegenwind en af en toe een bui. Door het vochtige weer is er sprake van een slakkenplaag. De weg is bezaaid met platgereden slakken. Oversteken is voor een slak nu eenmaal gevaarlijk werk. Opvallend is het grote aantal levende slakken aan de rand van de weg; even denk ik nog, dat zij treuren om hun gevallen broeders. Maar na zorgvuldige observatie, concludeer ik dat hun bezoek consumptief van aard is. Ook deze slakken worden vaak weer verkeersslachtoffers; het lijkt op recycling: prut zijt gij en tot prut zult gij wederkeren. Ik rijd via Bastonge en het fraaie dal van Orval naar het Franse vestingstadje Montmédy.
Montmédy is een van de steden in Noord-Frankrijk waar de Franse koning Lodewijk XIV, een vesting liet bouwen om de noordelijke grens te versterken. Tijdens de Franse Revolutie was een van zijn opvolgers, Lodewijk XVI, in 1791 op de vlucht naar Montmédy, toen hij herkend werd en gearresteerd de revolutionairen. Zijn vlucht naar het buitenland werd als verraad gezien en daarmee verloor hij alle steun van de bevolking. Hoewel zijn voorgangers meer schuld trof voor het plunderen van de schatkist, wordt de koning door de Nationale Conventie berecht en, zoals in die tijd gebruikelijk, met de guillotine onthoofd; de koningin onderging enkele maanden later het zelfde lot.
----------------------
Ingang van de citadel van Montmedy >
< Aanvallen! La Grande Guerre decimeerde de Franse mannelijke bevolking
Dag 3: Montmedy - St.Menehould 85km
Ook deze morgen staat er een straffe tegenwind uit het zuidwesten, afwisselend met en zonder regen. Bij Dun-sur-Meuse kom ik op de slagvelden van de eerste wereldoorlog.
Oorlogsmonumenten voor duizend man hier, tienduizend man daar; stille getuigen van de massale slachtingen. In de bossen bij Varennes ligt “l’Abri du Kronprinz”; dit is een bunkercomplex uit de eerste wereldoorlog. Van hieruit voerde de Duitse kroonprins het bevel over een tamelijk onbelangrijk deel van het front. Officieel was hij opperbevelhebber, maar de Pruisische generaals lieten hem geen belangrijke beslissingen nemen. Hij kreeg wel wat elitetroepen om eens af en toe een aanval te lanceren. Honderd doden hier, honderd doden daar : kruimelwerk dus.
Al vroeg in de middag heb ik genoeg van wind en regen; ik stop in St.Menehould. Dit is een slaperig Frans plattelandsstadje, waarvan de enige claim voor wereldfaam komt, van de hier geboren pater Dom Pérignon, de uitvinder van de champagne.
-----------------------------------
Dag 4: St.Menehould – Dommartin-Lettree 86km
Het regent de volgende ochtend weer, als ik richting Chalons-en-Champagne rijd. De oorlogsmonumenten nemen in aantal toe, vooral bij Montfaucon is heftig gevochten. De Amerikanen hebben hier een belangrijke overwinning geboekt (ten koste van veel doden). Voor het eerst komt er ook een vakantiefietser van de andere kant. We praten even, en dan blijkt dat het iemand is, die maar is omgedraaid vanwege het weer. Het regenen kan hij niet stoppen, maar hij heeft nu wel de wind mee.
Deze streek was niet alleen in de eerste wereldoorlog het toneel van veldslagen; in 451 was bij Chalons-en-Champagne een belangrijke veldslag tussen de Romeinen en Attila de Hun. De Romeinse veldheer Flavius Aetius won, maar Attila ontsnapte en trok zich terug over de Rijn. Voor Aetius was dit eigenlijk een goede oplossing; de Romeinse keizer was namelijk bang dat de opperbevelhebber te machtig werd en zijn plaats zou innemen. Toen Attila twee jaar later tijdens een orgie stierf, vond keizer Valentinianus zijn veldheer inderdaad overbodig en liet hij hem vermoorden.
Naast de tegenwind en de regen, begint het s’ middags ook nog te onweren. Om drie uur drink ik doornat een kop koffie in een café en besluit dan om niet meer verder te rijden. s’ Avonds kijk ik met de oude kroegbaas naar journaalbeelden van een plaatsje 10km verderop, waar de auto’s door de straten drijven.
----------------------------------------------
Dag 5: Dommartin-Lettree - Ervy-le-Chatel 109km
De volgende dag rijd ik via de fraaie stad Troyes naar Ervy-le-Chatel; de wind staat wat westelijker en ik heb hem dus niet altijd tegen. Als ik in het gehucht Montmoret bovenop de heuvel ben, krijg ik een schitterend uitzicht over het Seinedal en de stad Troyes. Terwijl ik sta te kijken, zie ik een grijze waas over de stad trekken. Ik herken het verschijnsel; zuchtend trek ik mijn regenjasje weer aan.
Troyes was al voor de komst van de Romeinen een belangrijke plaats en bleef dat door de eeuwen heen. In 1420 werd in Troyes een verdrag getekend, dat een grote rol speelde in de 100 jarige oorlog. Feitelijk gaf de vrouw van de Franse koning Karel de Waanzinnige, het recht op Franse troon aan de Engelse koning. Haar dochter huwde de Engelse koning Henderik V, maar haar zoon Karel VII, was de natuurlijke opvolger als koning van Frankrijk. De Engelsen bezetten in de eerste helft van de vijftiende eeuw een groot deel van Frankrijk boven de Loire. Pas nadat die door de militaire successen van Jeanne d' Arc werden teruggedreven, begon Karel zelf ook een beetje in zijn koningschap te geloven. Maar hij stak geen vinger uit om haar te helpen, toen ze door de Engelsen gevangen werd genomen en op de brandstapel belandde. De vele oorlogen en de pest eisten een hoge tol van de Franse bevolking; deze werd tussen 1350 en 1450 gehalveerd.
-------------------------------------------
Dag 6: Ervy-le-Chatel – Vezelay 105km
Via Auxerre naar Vezelay: vandaag is de eerste dag zonder regen. Auxerre is een levendige oude stad met een fraaie klokkentoren. Vezelay is ook mooi, maar meer een monument; het heeft een toeristisch karakter en teert sterk op het verleden.
Vezelay was het startpunt van de derde kruistocht. De grote vorsten van West-Europa trokken ten strijde, om de bezetting van Jeruzalem en het Heilig graf ongedaan te maken. In 1190 verzamelden zich in Vezelay de legers van de Franse koning Filips II, de Engelse koning Richard Leeuwenhart en de Duitse keizer Frederik Barbarossa. De keizer ging over land richting Palestina, maar verdronk bij het oversteken van een rivier in Zuid-Turkije. De Duitse legers trokken zich toen terug. De Fransen en Engelsen gingen per boot; maar met twee bevelhebbers en grote ego's ging het niet lang goed. Fillips trok zich met zijn legers terug na de verovering van Akko, omdat hij ruzie kreeg met Richard. Als eerste weer thuis, probeerde hij, om de broer van Richard, prins Jan zonder Land, op de Engelse troon te helpen. Richard kon Jeruzalem niet veroveren met zijn beperkte troepenmacht. Er werd een koninkrijk Akko uitgeroepen, dat enkele tientallen jaren bestaan heeft. Via diplomatie, en niet via oorlog, kregen de christelijke pelgrims toen wel toegang tot de heilige plaatsen. Op de terugtocht naar Engeland, is Richard gevangen genomen in Oostenrijk. Na het betalen van een losprijs is hij in 1094 teruggekeerd naar huis.
------------------------------------------------
< La Tour d' Horloge in Auxerre
< De brug over de Loire bij Nevers.
Dag 7: Vezelay - Nevers 96km
Na de eerste droge dag komt er onmiddellijk een hele natte: tot 15.00u heeft het geregend. Vandaag kom ik bij Nevers aan de Loire. Het landschap is licht heuvelig met veel bos; hierdoor heb ik weinig last van de wind.
Nevers was in de middeleeuwen de belangrijkste oversteekplaats van de Loire. Dit is een typische regenrivier. In de zomer was de oversteek per veer gemakkelijk, maar in het najaar en zeker in het voorjaar als de sneeuw smolt in het Massif Central, kon de rivier behoorlijk spoken. Er zijn dan ook regelmatig bootjes omgeslagen en pelgrims verdronken. Overigens konden de pelgrims in Vezelay een aflaat (vergeving van zonden) krijgen, zodat ze, als ze onderweg stierven, hun plekje in de hemel verdiend hadden. De bouw van een stenen brug over de Loire duurde van 1770 tot 1832, met veel tegenslag tijdens het werk. Men zegt dat de bouwmeester zo wanhopig was, dat hij zijn ziel beloofde aan de duivel als de brug klaar was. De bouw verliep nu voorspoedig; toen de brug bijna af was, heeft hij de laatste steen niet ingemetseld; de brug is dus nog steeds niet af en de duivel bedrogen (het Faust-motief).
--------------------------------------------
< De fiets op de kanaalbrug over de Allier
Dag 8: Nevers - Chateaumeillant 109km
De eerste dag beneden de Loire is een zomerdag, zonnig 25 graden en weinig wind. Bij de oversteek van de rivier de Allier fietste ik over een fraai aquaduct.
Tijdens de bloeiperiode van het Franse koninkrijk, was het water de transportweg bij uitstek, voor alles wat groot en zwaar was. Een groot probleem is het feit, dat de meeste rivieren "regenrivieren" zijn. Een bergrivier als de Rhône, krijgt in de zomer nog smeltwater van de ijskappen op de bergen. Regenrivieren hebben in de zomer vaak een veel te lage waterstand om boten te laten varen. Daarom werd er parallel aan de rivier een "lateraal" kanaal aangelegd. Deze laterale kanalen waren honderden kilometers lang, en als er veel verval was, waren er daarom veel sluizen. Het kanaal langs de Allier is hier een goed voorbeeld van. De oude jaagpaden van de trekschuit zijn leuke verkeersarme fietspaden. Om boten aan de andere kant van de rivier te krijgen, wordt soms een kanaalbrug (pont-canal) met zeer hoge sluizen gebouwd.
-----------------------------------------
Dag 9: Chateaumeillant - Mourioux 122km
Van Chateaumeillant naar Mourioux, het is de hele dag bewolkt, maar ik heb niet al te veel regen (een uurtje). Het terrein wordt heuvelig, met rivierdalletjes en bossen.
Chateaumeillant is een hele oude plaats, en werd al in de Keltische tijd als Mediolanon door de Galliërs bewoond. Op de oude Romeinse Peutinger-kaart is Chateaumeillant te vinden als Mediolanum. Door de eeuwen heen is er bewoning en uiteraard ook strijd om de heerschappij. Ondanks de rijke geschiedenis, is de stad nu een gewoon dorp met 2000 inwoners.
------------------------------------------------
Dag 10. Mourioux - Uzereche 102km
Er waren nog enkele buitjes onderweg, maar de wind is gedraaid naar NW en nu heb ik hem zelfs in de rug. Tegen 16.00 u komt er een onweersbui aan, en besluit ik te stoppen. De camping van Uzereche ligt bij een watermolen; er is bij het water ook wel plaats voor mijn tentje, maar ik kies een hoger gelegen plek. Achteraf bleek dit niet nodig, maar ik slaap dan toch rustiger als het regent.
Sinds Vezelay, een belangrijk startpunt voor de pelgrimage naar Santiago, zie ik steeds vaker lopers op de wegen. De wandel- en fietsroute kruisen elkaar veelvuldig en sommige stukken vallen samen. In de jaren zeventig en tachtig waren het enkelingen; vanaf de jaren negentig is het flink toegenomen. De wandelroute vereist een fijn netwerk van overnachtingsplaatsen. In de middeleeuwen waren het vooral kloosters en kerken die onderdak boden. Tegenwoordig zijn er soms aan de kerk gelieerde hostels, door vrijwilligers gerund, met slaapzalen en stapelbedden, waar de pelgrims terecht kunnen. Vaak is er ook de gelegenheid om een goedkope maaltijd te nuttigen.
Veel kleine pensions op het platteland zijn afgelopen decennia gesloten, vanwege de dure investeringen, die gedaan moeten worden om de vergunning te behouden (o.a. door Europese regelgeving). Ook het aantal winkels en cafés is sterk afgenomen. De winkels zijn momenteel meestal te vinden op de industrieterreinen bij de grotere steden. Door toename van de reisafstanden naar winkels, scholen, enz. verplaatsen de Fransen zich uitsluitend per auto; na negen uur s' avonds is het overal uitgestorven. Het dorpscafé is opgeheven; in de regio wonen alleen boeren, die wat naar tv kijken en met de kippen op stok gaan.
Het is geen wonder dat de jeugd wegtrekt; een leegloop die zichzelf versterkt.
------------------------------------------------
Dag 11. Uzereche - Rocamadour 104km
Naar Rocamadour via Martel; vooral s' ochtends viel er weer veel regen!
Karel Martel was de stichter van de Karolingen-dynastie in het begin van de achtste eeuw. Hij wist de versnipperde Germaanse volkeren in West-Europa te verenigen. Tot dan toe was het gebruikelijk, dat er voor een veldtocht een leger werd samengesteld. Hij vormde een permanente legermacht van goed getrainde soldaten, die met steun van de plaatselijke hulptroepen, door het hele land (ruwweg Frankrijk, Duitsland en de Nederlanden), veldslagen uitvocht. Vaak waren die gericht tegen vazallen, die zich af wilden scheiden van zijn rijk. Maar de grootste bekendheid kreeg hij toch door het stoppen van de Saracenen (Moren), die vanuit Spanje Frankrijk binnenvielen. Veel van de Saraceense veldtochten waren gericht op plundering en niet op gebiedsuitbreiding; dit geldt ook voor de slag bij Poitiers in 732. Vijf jaar later verslaat hij bij de slag aan de Berre, in de buurt van Narbonne, een groot Moors leger, en legt daarmee de grens tussen Mohammedaans en Christelijk bij de Pyreneeën. Voor de groei van het Christendom, zeker de Katholieke kerk, is dit een heel belangrijke slag geweest. De missionarissen Willibrord en Bonefatius waren in die tijd bezig de noordelijke Germaanse stammen (o.a. de Friezen) te bekeren. Hij steunde hen, en zij steunden hem, ondanks het feit dat hij leiding gaf aan plunderingen en moorden door het hele rijk. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. De kerk als instituut, vaart er wel bij; zeker als onder de Karolingen de pausen en bisschoppen ook wereldlijke macht krijgen.
^ De fiets bij de wasplaats in Martel.
Rocamadour is na Lourdes de belangrijkste bedevaartsplaats in Frankrijk. Het zwaard Durandal, dat gehanteerd zou zijn door de christelijke held Roelandt, een vazal van Karel de Grote, steekt hier in de rotswand! Op de lagere school heb ik nog geleerd, dat hij gevallen was in de slag van Roncevalles tegen de Saracenen. Volgens moderne geschiedschrijvers, heeft een legertje Basken daar de achterhoede van de troepen van Karel de Grote in de pan gehakt, die net op plundertocht waren geweest in Noord-Spanje. Tja, ook de grote Karel moest zijn leenheren met geld en goederen belonen om hun trouw te verwerven. Ondanks de strijd tegen de Moren, was er ook bewondering voor hun cultuur; er zijn duidelijk Moorse invloeden te herkennen in de bouwstijlen van de stad Rocamadour.
< Rocamadour ligt tegen een bergwand.
----------------------------------------------------
Dag 12. Rocamadour - Moissac 125km
s' Ochtends breng ik een bezoek aan de grot van Pech-Merle. Als ik er uit kom, blijkt het te regenen. Omdat ik nat ben en het blijft regenen, fiets ik langs Cahors zonder de stad te bekijken (achteraf altijd fout). Op een rotonde bij een industrieterrein, staat een mooi meisje onder een parapluutje. Mijn vriendelijke "Bonjour", wordt niet beantwoord; blijkbaar vallen natte fietsers niet onder het potentieel cliënteel.
Pech-Merle is een van de weinige grotten, waar je de originele tekeningen nog kunt zien. Bij veel grotten, zoals Lascaux, zie je alleen een kopie, omdat de aanwezigheid van licht en menselijke uitlaatgassen de kwaliteit van de tekeningen aantast. Om deze redenen is het bezoekersaantal van Pech-Merle beperkt tot 700 per dag en is telefonisch reserveren aan te raden. De tekeningen zijn circa 20 duizend jaar oud; de bekendste afbeeldingen uit deze grot zijn de gestippelde paarden en handafdrukken van oer-fransozen: de Cro-Magnonmens
----------------------------------------------------------
Dag 13. Moissac - Montesquiou 117km
Vandaag weinig wind en goed weer; s’ avonds gekampeerd op een camping bij Montesquiou. s' Middags heb ik een stuk samen gereden met Frans, een Brabander op weg naar Santiago. Ineens werden we door veel landgenoten op racefietsen zonder bagage ingehaald. Dat waren deelnemers aan een driedelige versie van de 100 Cols door Cycletours; ik hield ze niet bij. De camping waar we s' avonds staan, hoort bij een hotel met een deels Nederlandse directie. Er was de mogelijkheid om in te tekenen voor een groot diner buiten, met hotel- en campinggasten. Het was gezellig en erg lekker; die avond heb ik nog lang gepraat met een Nederlandse vrijmetselaar.
De Vrijmetselarij was een van de voedingsbodems voor de Franse revolutie. De loges waren een groep van de intellectuele middenklasse, zoals ingenieurs, professoren, bestuurders en handelaren. Ze waren op zich niet revolutionair, maar het feit dat ze niet allemaal de voorrechten van de kerk en de adel genoten, gaf toch een emancipatiedrang; zeker in de tijd dat de Zonnekoning door zijn voortdurende oorlogen, de belastingdruk enorm liet toenemen. De weelde van de adel en de kerk, werd altijd opgebracht door de middenklasse en het volk. De Vrijmetselarij en de periode van de "Verlichting" hebben de revolutie ongetwijfeld geïnspireerd: vrijheid, gelijkheid en broederschap. De revolutie maakte een einde aan de heerschappij van kerk en adel ten koste van veel slachtoffers en vernielingen. Bizar genoeg, eindigde het met een nieuwe elite, die een keizerrijk stichtte, in weelde leefde, en zinloze oorlogen voerde. Na een jaar of tien valt de droom in duigen. Frankrijk is uitgeput en leeggezogen: de mannen zijn op, de paarden zijn op, de economie kapot. En dan zou je denken dat de schuldige berecht werd. Dat viel tegen, een halfslachtige verbanning naar een vakantie-eiland. Toen hij binnen een jaar terugkeerde, heeft het Franse volk hem weer op de troon gezet. Na een paar maanden is ook deze zeepbel uiteengespat. De put kon nog dieper, het kon dus toch nog beroerder met Frankrijk. Het eiland waar hij dan op vakantie moet, ligt wat verder weg.
--------------------------------------------------------------
< De basiliek in Lourdes.
Dag 14. Montesquiou - Lourdes 92km
Na het wegrijden van de camping heeft een woest blaffende boerenhond, in mijn achtertas gebeten; trots en tevreden ging hij weer terug naar zijn erf. Bovenop de eerste heuvel krijg ik zicht op de Pyreneeën. Het is nog 90 km naar Lourdes; vandaag dus een korte, maar hete dag. Ik vind een camping vlakbij de grote basiliek aan de westelijke rand van de stad. Even later komen twee afgetrainde meisjes op racefietsen met kampeerspullen, de camping op. Ik babbel even wat met deze Zwitserse tweeling; ze zijn al weken aan het fietsen en rijden zo'n 150km per dag. Ze hebben veel belangstelling voor de grote literfles Piedboeuf tafelbier, waar ik af en toe een flinke slok van neem. Als ik vertel dat die in de koeling van de campingwinkel staan, worden de taken snel verdeeld; een rent op een holletje naar de winkel.
De stad Lourdes is al erg oud; in naburige grotten zijn veel vondsten uit de Cro-Magnontijd en latere perioden bekend. Het hoogst gelegen deel van de stad, was al in de eeuw voor onze jaartelling een Baskisch oppidum. De Romeinen hebben er een castellum gebouwd, en in de middeleeuwen was er een kasteel met vestingwerken. In 1216 wist men een belegering van de kruisvaarder Simon de Beaufort te doorstaan. Klaarblijkelijk stond de stad dus aan de zijde van de Katharen, die hadden in het zuid- en oostelijke deel van Frankrijk een grote aanhang. De wreedheid en het fanatisme waarmee de rooms-katholieke kerk andersdenkenden vervolgde, was schokkend. De misdaden die door de R.K.-kerk en hun aanhangers in naam van God gepleegd zijn, kunnen alleen vergeleken worden met de Christenvervolging in de Romeinse periode. Het kruisvaardersleger dat in 1209 de stad Beziers innam, stond onder bevel van de abt Arnaud-Amory. Natuurlijk waren niet alle inwoners van de stad Katharen; velen waren katholiek. De abt liet God zelf het onderscheid maken.
"Dood hen allen, de heer zal de zijnen herkennen"; alle inwoners, 20.000 mensen, werden afgeslacht.
---------------------------------------------------------------
< HET HOOGTEPUNT: boven op de Col du Tourmalet
Dag 15.Lourdes- Col du Tourmalet v.v. - 78km
Vandaag beklim ik de Col du Tourmalet; omdat het plaatselijke bronwater wonderbaarlijke krachten zou hebben, vul ik mijn bidon. Dit water staat gelukkig nog niet op de dopinglijst. Het is zaterdag 14 juli 2007, de franse feestdag Quatorze Juillet. De col zelf, is een flinke klim, maar ik heb er mooi weer bij en het water van de heilige maagd doet inderdaad wonderen. Vanaf de col laat ik me weer naar beneden zakken; de weg heen, is de weg terug. De rest van de dag bekijk ik Lourdes en de Lourdesgangers.
De bedevaartplaats Lourdes is een wonderlijke mengeling van devotie, kitsch en commercie. Als je niet bijgelovig bent, is het moeilijk om de gang van zaken te beoordelen. Ik denk dat op menselijk vlak, de zieken, brancardiers en begeleiders, met voldoening terugkijken op zo'n bedevaart, ook al zijn er geen wonderen gebeurd. Op verzoek van mijn oude fietsenmaker Jan Willemsen (die ziek was en wist dat ik naar Lourdes fietste), koop ik nog een zilveren Maria-medaille, gezegend door de bisschop. Helaas voor hem, blijft het wonder uit, en eindigt enkele maanden later een leven, waarin de fiets een hoofdrol speelde.
-----------------------------------------------------------
Dag 16. Lourdes - St. Bertrand-de-Comminges 90 km
s’ Nachts is er een flinke storm, maar tegen 9 u s’ morgens is die weer voorbij en heb ik een hele warme dag voor de boeg naar St. Bertrand-de-Comminges. Hoewel het heuvelachtig is, valt het klimwerk mee; natuurlijk is er inmiddels ook een zeker trainingseffect.
Als je door de vlakte voor de "foothills" van de Pyreneeën rijdt, valt het plaatsje Saint Bertrand-de-Comminges vooral op, door de massieve kathedraal die bovenop de eerste heuvel ligt. De plaats is gesticht in de Romeinse tijd, als kolonie van de generaal Pompey en telde op het hoogtepunt 30.000 inwoners. Na een verwoestend bezoek van de Vandalen begin vijfde eeuw, hebben de Bourgondiërs de stad eind zesde eeuw helemaal met de grond gelijk gemaakt. Vijf eeuwen later werd er in de regio een nieuwe bisschop benoemd en deze Bertrand de l'Isle bouwde op de heuvel een kerk en een klooster. De kerk werd in de veertiende en zestiende eeuw uitgebouwd tot kathedraal; imposant en leuk om te bekijken. Wel wat groot voor een plaatsje waar tegenwoordig nog maar 250 mensen wonen.
-----------------------------------------------------
< De grot van Mas d' Azil.
Dag 17. St. Bertrand-de-Comminges – Montségur 124 km
Ook de volgende dag is het mooi weer, maar minder heet. Ik rijd door de grot van Mas-d’Azil, dit is een natuurlijke tunnel; de rivier en de weg komen aan de andere kant de berg weer uit. Van Mas-d’Azil rijd ik via de D1A en de D1 naar Foix ; een schitterende weg! En dan naar Montségur; zeker dat laatste stuk gaat flink bergop. Gelukkig ligt de camping in Montferrier een stuk onder de ruïne; de bagage hoeft niet mee omhoog.
De ruïne van het kasteel Montségur is van veraf te zien. De plek is in naam vooral verbonden met de val van het laatste bolwerk van de Katharen in 1244. De inquisitie deed zijn best om ook de laatste ketters uit te roeien, via de beproefde methode van marteling en verbranding. Er stierven toen 215 mensen op de brandstapel en het kasteel werd gesloopt. In recente tijden zijn er aanhangers van New-Age religies, die menen dat de Heilige Graal ergens verstopt zou zijn, op, in of bij de berg; uiterst vage verhalen en theorieën. Alleen de souvenirindustrie vaart er wel bij. Veel mensen hebben niet in de gaten, dat de ruïne niet het restant van de Katharenburcht is, maar van een kasteel dat twee eeuwen later gebouwd werd, om de zuidgrens van Frankrijk tegen de Spanjaarden te beschermen.
------------------------------------------------------
Dag 18. Montsegur - Carcassonne79 km
Vandaag via Lavelanet en Mirepoix naar Carcassonne. Mirepoix is een leuk stadje; Carcassonne is dat natuurlijk ook, maar de bovenstad is erg toeristisch en de dunne muren doen wat nepperig aan. Een groep technici is s' middags bezig een podium op te zetten voor een groot rockconcert. s’ Avonds dreunt de beat van het concert over de camping; het gekke is, dat ik het zelfs vaag herken. Dan moet het wel heel oud zijn. Na een kwartier valt het kwartje: Kiss! Ze zullen me nog meer dan een uur wakker houden.
Carcassonne is door de kruisvaarder Simon de Beaufort in 1209 bezet, zonder dat er tegenstand geboden werd. Twintig kilometer verderop bij Lastours, lag een groot kastelencomplex, de burcht Cabaret, waar de Katharen zich in 1209 met succes verdedigden. Na de winter zette Simon zijn veroveringen in de regio voort. Toen het stadje Bram verzet bood, koos hij 100 willekeurige burgers uit, om zijn komst naar Cabaret vast aan te kondigen. Hij liet hen de neus en lippen afsnijden, en de ogen uitsteken; ze werden geketend in een rij gezet en moesten 30km naar Cabaret lopen. Alleen de eerste van de groep was een oog gespaard, om ervoor te zorgen dat ze de goede kant op liepen. De jammerende rij doodskoppen miste zijn effect niet; de Katharen vluchtten en het kasteel gaf zich zonder slag of stoot over.
----------------------------------------------------
Dag 19. Carcassonne - Allingnan du Vent 112km
Vandaag naar Allingnan du Vent boven Beziers; het is een hete dag.
De begroeiing wordt ineens duidelijk woestijnachtig, met vetplanten en cactussen. Dit gebied ligt in de "regenschaduw" van de Pyreneeën. Volgens een lokale boer, valt er de laatste jaren steeds minder regen, een teken van klimaatverandering. Dat de aarde warmer wordt, is wel duidelijk; bovendien komt hierdoor meer energie in de atmosfeer. Die energie zal plaatselijk leiden tot stormen en overstromingen. In combinatie met de hogere waterstanden, kan dit een bedreiging vormen voor de laag gelegen bevolkingsconcentraties als de Nederlanden. Ondanks alle verdragen over beperking van het verbruik van fossiele brandstoffen, zal het energieverbruik op wereldschaal blijven stijgen. De olie wordt schaars; die permanente schaarste geldt voor veel meer grondstoffen. Via "fracking" wordt de gasvoorraad enkele tientallen jaren opgerekt. Maar in plaats van dit te gebruiken voor de transitie naar een groene toekomst, gebruikt men het om de prijzen van olie en steenkool onder druk te zetten.
De club van Rome heeft begin jaren zeventig de mensheid al gewezen op een dreigende permanente schaarste, maar er is niets mee gedaan. Ons nageslacht zit dadelijk opgescheept met een overvolle en leeggeplunderde planeet. De ideologie van het consumentisme pakt funest uit voor de aarde. De ramp begint zich te voltrekken, maar de mensheid gaat gewoon door op de ingeslagen weg: "après nous la déluge" (na ons de zondvloed).
----------------------------------------------------------
Dag 20. Allingnan du Vent - Vers Pont du Gard 159 km
Het is druk in de regio; alle campings zitten vol. Pas op de derde camping was er nog een plaatsje. Ook vandaag een warme dag; ik heb 159 km gereden naar het Pont du Gard. Door vermoeidheid en ergernis, verlies ik mijn concentratie en rijd ik over een puntige steen. Hiermee heb ik de eerste lekke band.
De Romeinen hebben fraaie staaltjes bouwkunst achtergelaten in Frankrijk; het Pont du Gard is ongetwijfeld een van de belangrijkste. Het bouwwerk is feitelijk een waterleiding. Het kanaal dat bovenop de allerhoogste verdieping ligt (derde rij bogen), transporteerde vers bronwater naar de belangrijke stad Nîmes. De totale lengte van het systeem was 50km en het totale verval over die afstand was maar twaalf meter. In de stad zelf, kwam het water op zestig meter hoogte binnen; ruim voldoende om druk op het waterleidingstelsel in stad te houden.
-------------------------------------------------------
Dag 21, Vers-Pont du Gard - La Begude de Mazenc 125 km
Naar La Begude de Mazenc, bewolkt en minder warm, maar droog. Vandaag ben ik de Rhône overgestoken bij Mondragon, ongeveer 20 km boven Orange. In de buurt van Valréas rijd ik door het wijngebied "Enclaves des Papes" een herinnering aan de tijd dat er een paus in Avignon woonde.
Het ging rond 1300 niet goed met het bestuur van de katholieke kerk in Rome. De stad zelf zat in een grote crisis; qua inwonertal zakte het naar een provinciestad. De bewoners leefden tussen de puinhopen van de oude Romeinse hoofdstad. Het bestuur van de pauselijke staat was zwak en verdeeld; corruptie en machtsstrijd tierden welig. Toen er in 1307 een fransman tot paus gekozen werd, wist de Franse koning Fillips IV de paus Clemens V ervan te overtuigen, dat hij veel beter in Avignon kon gaan wonen. Daarmee kwam de paus sterk onder invloed van de Franse koningen te staan. In 1377 ging de paus Gregorius XI weer terug naar Rome. Toen hij een jaar later stierf, kwam Urbanus VI op de Roomse stoel.
Dit zinde de Franse koning niet, en hij liet Robert van Genève tot tegenpaus in Avignon uitroepen. Op het dieptepunt van deze twisten was er zelfs nog een derde paus op het toneel. De pausen deden elkaar in de ban en excommuniceerden hun tegenstanders, inclusief hun aanhang. Ieder maakte nieuwe regels, die door hun concurrenten weer ongedaan werden gemaakt. Pas in 1417 stopt de pauselijke soap; het was 'n belangrijke voedingsbodem voor de Reformatie die het instituut paus verwierp.
-------------------------------------------------------
Dag 22. La Begude de Manzenc –Hauterives 110 km
Nu gaat het pal noord; helaas komt de wind daar ook vandaan. Vandaag heb ik zelfs een echt colletje gereden: de Col du Pas de Lauzens, een uitloper van de Vercors. Aan het eind van de middag valt er wat regen, maar ik ben dan al op de camping in Hautrives, vlakbij het Palais Idéal.
Het "ideale paleis" in Hautrives is een overdadig versierd tuinhuis (26mx12m, zonder bruikbare ruimtes) gebouwd door de plaatselijke postbode Ferdinand Cheval. Het is een voorbeeld van naïeve kunst en toont vooral het doorzettingsvermogen van zijn schepper. De beste man heeft er 33 jaar in zijn vrije tijd aan gewerkt en al zijn creativiteit erin gestopt.
------------------------------------------------------
Dag 23 .Hauterive – Pont d ’Ain 123 km
Het is zondag, goed weer, weinig wind en glooiend terrein. Na een paar kilometer moet ik helaas alweer van de fiets, omdat men in Le Grand-Serre een brocante heeft georganiseerd. Nadat ik mij met de fiets tussen de stalletjes door heb gewurmd, klim ik gestaag door het bos omhoog. Er komen heftige dance-muziek geluiden ergens uit het bos. Klaarblijkelijk wordt er sinds gisteravond, in het wild, nog steeds een party gehouden. Een meisje dat op het voetpad loopt, vraagt mij de weg naar de bewoonde wereld. Ik vertel haar dat er 5km verderop een drukke brocante is. Opgewekt loopt ze die kant op; de pilletjes werken nog goed.
Brocantes zijn Franse rommelmarkten; op zichzelf lijken die natuurlijk erg veel op Nederlandse rommelmarkten. Maar uiteraard wordt hier Franse rommel aangeboden en dat kan verschillen met het spul dat je bij ons aangeboden ziet; Franse vaasjes en meubeltjes, boeken en plaatjes met oude chansons. Soms heb je van die "once in a lifetime" momenten; zo zie ik hier de eerste drie lp's van de Stooges plus de eerste twee solo-lp's van Iggy Pop, aangeboden voor 50 euro. Maar ja, blijft dat heel en waar moet je die laten op een afgeladen vakantiefiets?
-----------------------------------------------------------------------
Dag 24. Pont d ’Ain - Poligny 130 km
Vandaag rijd ik door de uitlopers van de Jura: fraaie stuwmeren en klimmetjes. Hier krijg ik mijn tweede lekke band (een doorn). In de loop van de middag betrekt het en bij de laatste beklimming van de dag barst een fors onweer los. Doornat kom ik op de camping in Poligny aan.
Deze streek was in de ijstijd de rand van de ijskap op de Alpen; daar zijn nog veel sporen van terug te vinden. Een van de meest spectaculaire vormen daarvan is het keteldal. In Frankrijk noemt men dat een cirque; voorbeelden langs deze route zijn het Cirque de Baume en het Cirque de Ladoye. Een keteldal is meestal relatief klein (100-500m doorsnede) met 3 steile wanden en een lage kant. Het dal is soms even diep als het breed is; vandaar het Franse woord cirque, dat circus of amfitheater betekend. Ze zijn te vinden op plekken waar langdurige werking van vriezen en dooien optreedt; vaak op het einde van een gletsjer aan de noordkant van het ijs. Door gebrek aan zon blijft de sneeuw daar langer liggen en met name in kalkgesteenten, waar het water makkelijk in scheurtjes naar binnen kan, gaat de aantasting van de rots snel. Als het gesteente tot puin verworden is, spoelt het in de zomer met het gletsjerwater weg.
-----------------------------------------------------------------------------------
Dag 25. Poligny - Pont sur Saone 128 km
De volgende dag valt er ook af en toe wat regen, maar ik ben nooit doornat. Ik rijd via Arc-et-Senans naar Pont sur Saône.
Het plaatsje Arc-et-Senans heeft een achttiende-eeuwse zoutwinningsfabriek, die sinds 1982 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Deze "Saline Royale" was in opzet een koninklijk project, geheel volgens de ideeën van de periode van de Verlichting. Het is één architectonisch geheel met werkplaatsen, arbeiderswoningen en een directeurswoning. Het pekelwater werd aangevoerd uit de plaats Salins-les-Bain; hout voor het stoken van de verdampingsketels kwam uit de nabij gelegen bossen van Chaux. De stijl van het complex is neoklassiek; de bedoeling van het geheel was nogal idealistisch: een goede en gezonde woon- en werkomgeving, zal leiden tot goede en gezonde mensen.
-----------------------------------------------------------------------------------
Dag 26. Pont sur Saone - Lunéville 145 km
Naar Lunéville, goed weer, wind in de rug; het schiet lekker op.
Lunéville is met zo'n 20.000 inwoners een kleine stad, maar het beschikt over een echt paleis, waar in de achttiende eeuw zelfs een echte koning woonde: Stanisław Bogusław Leszczyński. Dat klinkt niet erg Frans en dat was hij ook niet. Hij was van Poolse adel; zijn dochter was getrouwd met Lodewijk XV. Hijzelf was tot tweemaal toe koning van Polen. Men had in Polen geen erfelijk koningschap; na de dood van de regerende vorst, was er een verkiezingsronde voor een nieuwe koning, door de belangrijke aristocraten bijeen in de Poolse Landdag. Die vergaderingen waren legendarisch om hun chaos. Alle buurlanden, Rusland, Zweden, Oostenrijk en Pruisen, hadden zo hun eigen kandidaten. Deze landen waren ook niet te beroerd om een oorlog uit te vechten, om hun kandidaat op de troon te krijgen. Stanislaw werd in 1709 gesteund door de Zweedse koning, maar die verloor de oorlog van de Russen; de Russische kandidaat August de Sterke kwam toen op de troon. Toen hij na 24 jaar regeren stierf, werd Stanisław weer gekozen (1733), maar de Russen kwamen weer met een leger langs, en in 1735 er werd een August III op de troon gezet. Als troostprijs voor Stanisław, werd bij het Verdrag van Wenen in 1738 bepaald, dat hij het vrijgekomen hertogdom van Lotharingen zou krijgen en de titel van koning mocht behouden. De enige voorwaarde was, dat het hertogdom na zijn dood aan Frankrijk zou vervallen. En hij leefde nog lang en gelukkig zou men kunnen zeggen, want hij stierf in 1766 op 88 jarige leeftijd; uitzonderlijk oud voor die tijd.
------------------------------------------------------------
Dag 27. Lunéville - Bettembourg 155 km
Vandaag een lange dag door het lege landbouwgebied van Lorraine (Lotharingen). Het is goed weer; de wind staat ZW, ik rijd 155km en verlaat Frankrijk via de grote kerncentrales aan de Luxemburgse grens richting Bettembourg.
Het gebied Lotharingen, komt na Frans-Duitse oorlog van 1870, bij het Duitse Keizerrijk. Het einde van Eerste wereldoorlog in 1918 is voor de Fransen het moment om het gebied terug te eisen. Vervolgens bevrijdde (?) Hitler het gebied weer in 1940. Er is toen weinig gevochten in deze streek, omdat de Fransen hier de Maginot-Linie gebouwd hadden. De Duitsers wilden een loopgravenoorlog vermijden en trokken via Nederland en België, om de Franse stellingen heen. Toen de Franse regering gecapituleerd had, werden de forten zonder strijd overgedragen. De Lotharingers promoveerden in 1942 tot Duitsers en moesten als dienstplichtigen in de Wehrmacht, om Rusland te helpen veroveren. In 1944 werden de grote steden als Nancy en Metz door de Amerikanen bevrijd; dichtbij de grens hebben de Duitsers nog tot Maart standgehouden.
----------------------------------------------------------------------
Dag 28. Bettembourg - Troisvierges 120 km
De volgende dag blijkt dat de hoofdweg door Luxemburg voor fietsers helaas niet meer is te rijden. Het langs scheurende autoverkeer is dermate bedreigend, dat ik de rivierdalen ga volgen. De 60 km hemelsbreed naar Troisvierges worden zo 120 echte kilometers.
De welvaart van de Luxemburgers is duidelijk af te lezen aan hun huizen en auto's. Toch was Luxemburg 150 jaar geleden niet meer dan een klein arm landje met landbouw als middel van bestaan. De ontwikkeling van de staalindustrie na 1870 bracht wat meer welvaart. Tegenwoordig is de betekenis van de landbouw minder dan 0,5% van de economie. Ook de staalindustrie is op zijn retour, omdat de ijzermijnen uitgeput zijn; de industrie is wat meer divers geworden, maar het werkgeversaandeel is relatief klein. Handel en detailhandel zijn flink toegenomen; er zijn veel winkels en tankstations langs de grenzen, omdat de accijnzen op benzine, tabak en alcohol laag zijn. Er staan veel Europese instituten in Luxemburg, maar de banken en administratiekantoren vormen de hoofdmoot van de economie. Door het feit dat de belastingen er laag zijn en het bankgeheim lang gehandhaafd is, heeft men veel kapitaal en brievenbusfirma's aangetrokken. Het schuiven met het grote geld levert meer op, dan ervoor te werken.
------------------------------------------------------------------
Dag 29. Troisvierges - Nuth 118 km
Naar huis! Als ik s' ochtends vertrek, regent het weer. Vanaf de hoogvlakte duik ik via Vielsalm de Belgische Ardennen in. Bij Stoumont, rond een uur of twaalf, wordt het droog en volgt een flinke klim naar de Hautes Fagnes; daarna gaat het hoofdzakelijk bergaf naar de Voerstreek.
Tijdens deze fietstocht volgden we zo’n beetje de geschiedenis van Frankrijk. Het zijn de Romeinen geweest die de richting van deze geschiedenis bepaalden; ze waren veroveraars, uit op macht en geld. De Franse koningen waren geen haar beter. Ook de middeleeuwse Kerk was geen groep heiligen, die de naastenliefde bevorderden. Ze gedroegen zich als Romeinen en koningen. De rol van de kerk in de politiek, is na de periode van de Verlichting en de Franse revolutie verminderd, maar mensen hebben nog steeds behoefte aan spiritualiteit. Dit is ook de drijfveer voor veel moderne pelgrims, die ik onderweg ontmoet heb. Voor hen is Lourdes of Santiago de Compostela het hoogtepunt van de reis; wie gelooft, wordt zalig. Dit leidt ook tot de volgers van New Age religies en pseudo-historie op de Montségur. In onze moderne maatschappij heeft iedereen het democratisch recht op een eigen religie. Zolang men verdraagzaamheid predikt, mag men het van mij allemaal zelf weten. Maar juist die Montségur is een symbool van onverdraagzaamheid. De ellende ontstaat, als de ene gelovige alle anders-gelovigen als zondaars bestempelt. Het twijfelen aan de god van deze gelovige, is al een zonde waarop de doodstraf staat. Deze vorm van waanzin blijkt vaak georganiseerd te zijn in religie of ideologie. De gang van zaken in de wereld is niet echt hoopgevend. Volgens een optimist leven we in de beste van alle mogelijke werelden; de pessimist is bang dat het waar is……
Bij Slenaken steek ik de Nederlandse grens over. Even bellen naar huis om te zorgen dat de koffie klaar staat, en dan de laatste klimmetjes en kilometers. Na vier weken en 3300km op de weg, ben ik weer thuis. Ik rijd het stoepje op: het is volbracht.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een fietser vertrouwt op eigen kracht, kiest z'n eigen weg, en niet altijd de makkelijkste; want die gaat alleen bergaf.